Dag in dag uit voeden we ons lichaam
met voedsel via het spijsverteringskanaal, met zuurstof via de longen en zonlicht
via de huid. Via deze organen krijgen we naast energie en bouwstoffen ook gifstoffen
binnen. Deze verontreinigen het lichaamsvocht: bloed, lymfe en kliersappen. Voeding,
genotmiddelen, medicijnen, cosmetica, schoonmaakmiddelen en luchtvervuiling bevatten
vaak stoffen die niet in het milieu van onze grootouders voorkwamen. Daarnaast
kunnen door verkeerd eten ontstekingen en schadelijke stoffen in onze darmen
ontstaan.
Als er we teveel van dergelijke
stoffen binnen krijgen, dan kunnen de reinigings- en uitscheidingsorganen als
respectievelijk lever en lymfe en darmen, longen, huid en nieren het niet meer
aan. Lichamelijke klachten zoals pijn, koorts, uitslag, misselijkheid
enzovoorts zijn een signaal dat het lichaam de vervuiling niet meer aan kan.
Als het via de noodkanaal als zweten, overgeven en diarree niet lukt de stoffen
kwijt te raken, dan slaat het lichaam de gifstoffen op in het bindweefsel. Als dit
lang aanhoudt, ontstaan ernstiger klachten die moeilijker zijn terug te draaien.
Volgens de Duitse arts Dr. Reckeweg
zijn ziekten een uiting van de strijd van de afweersystemen tegen de vergiftigde
stoffen en slakken die zich opstapelen in ons lichaam. De oorzaak van ziekte is
zelfvergiftiging. Hij ziet uitscheidings- en ontstekingsaandoeningen daarom als
nuttige processen die toxines onschadelijk maken en uitscheiden. De mens bestaat voor het tweederde uit water; elke cel in ons lichaam wordt
omgeven door vocht. De cellen in ons lichaam worden gevoed vanuit deze vloeistof
en geven hun afvalstoffen weer af aan deze vloeistof. Als het lichaamsvocht gif
of afvalstoffen bevat, dan kunnen voedingsstoffen de cel niet meer goed in en
afvalstoffen de cel niet goed meer uit.
Zelfvergiftiging vanuit de darm is de meest
voorkomende aanleiding voor het ontstaan van ziekte. Reiniging van de darm en gezonde
voeding zijn daarom belangrijk. Tijdens het genezingsproces kunnen de klachten tijdelijk
verergeren. Dat komt doordat de in het weefsel gedeponeerde gifstoffen vrijkomen.
Dit veroorzaakt een tijdelijke verheviging van de symptomen. Ook ziekten die vroeger
onderdrukt zijn met antibiotica, hormoonzalf en dergelijke kunnen weer terugkomen.
Deze middelen onderdrukken het op genezingsproces waarbij de ziekte dieper weggedrukt
blijft bestaan. Als door therapie de levenskracht weer sterker wordt ontstaat
een nieuwe kans om beter te worden.
Dr. Reckeweg onderscheidt zes zelfvergiftigingsfasen.
Bij de eerste drie (humorale of acute) ziektefasen zijn bloed en lichaamsvocht verontreinigd.
Het is dan belangrijk om de uitscheiding te stimuleren. Dit kan door:
- minder te eten;
- over te stappen op een voeding met zo min mogelijk giftige stoffen: biologisch-dynamisch;
- de natuur op te zoeken;
- voor de darmflora gezonde voedingsmiddelen te gebruiken, zoals yoghurt, kefir, kombucha;
- de uitscheidings- en reinigingsorganen te stimuleren en ondersteunen. Dit kan met kruiden, planten en voedingsmiddelen, vasten, ontgiften (zie Shank Prakshalana), massages, beweging zoals yoga en ademhalingsoefeningen.
Fase 1. De excretie- of uitscheidingsfase
Een gezond lichaam ontdoet zich
van gifstoffen via de ontlasting, zweten en ademhaling. ’s Nachts vindt de meeste
reiniging plaats, als je ’s ochtends moe wakker, gebrek aan eetlust hebt, lichtgeraakt
bent of snel geïrriteerd wijst dat op zelfvergiftiging. Stinkende adem of
ontlasting, een onfrisse lichaamsgeur, donkere en stinkende urine of puistjes duiden
op virussen en bacteriën in het lichaam. Bij verkoudheid of griep gaat de uitscheiding
met braken, diaree, niezen, hoesten, koortsig zweten, slijmvorming enzovoorts.
Fase 2. De reactie- of ontstekingsfase
Lukt het niet om de afvalstoffen te
verwijderen, dan probeert het lichaam dit met eczeem of huiduitslag
of met lokale ontstekingen zoals neusverkoudheid, longontsteking of blaasontsteking. Deze bacteriële en virale ontstekingen ontstaan op zwakke plekken waar de
meeste afvalstoffen liggen opgeslagen. Met etter, slijm, afscheidingen, abcessen,
bindweefselontstekingen enzovoorts gaan de gifstoffen naar buiten.
Lukt dit onvoldoende dan ontstaat
er een acute ziekte zoals griep. Daarbij komen de in het weefsel opgeslagen afvalstoffen
in het bloed, waardoor moeheid, hoofdpijn, spierpijn en sufheid ontstaan. Koorts
komt door de verwijding van de bloedvaten, wat nodig is voor de grote stromen
witte bloedlichaampjes en antistoffen die de vervuiling op moeten ruimen.
Koorts moet daarom niet bestreden worden, maar ondersteund.
Het immuunsysteem reageert vervolgens
door er grote hoeveelheden witte bloedlichaampjes heen te sturen, de bloedvaten
te verwijden en antistoffen aan te maken. De hiermee gepaard gaande temperatuurverhoging
of koorts, heeft tot doel de verbranding in de cel te verhogen waardoor afvalstoffen
sneller worden omgezet. Koorts is dus een uiting van grote vitale kracht die niet
onderdrukt, maar ondersteund moet worden. Gebeurt dat toch dan ontstaat de
volgende fase met woedeaanvallen, huilbuien en conflicten opzoeken.
Fase 3. De neerslag- of verslakkingsfase
Is het lichaam niet meer in staat
de vervuiling uit te scheiden dan worden (om de vitale organen
als hersenen te beschermen) vet- en bindweefsels en onderhuidse
celweefsels als opslag gebruikt. Vochtophoping, stijve spieren
en gewrichten wijzen erop dat dit het geval is. Vanuit het bloed passeren
alle stoffen die van en naar de orgaancellen gaan het bindweefsel. Dit kan op
een bepaald moment ernstig belemmerd worden en dan kunnen ook andere weefsels verslakken.
Bijvoorbeeld de (slag)aderwanden, gewrichten, wervels, de hartspier, de zenuwen
en de zintuigen.
In de neerslagfase ontstaan
poliepen in endeldarm, neus, strottenhoofd en keel, zweren aan de maag of
darmen, beginnende astma, levervlekken en andere huidverontreinigingen, steenvorming
in de nieren, gal en galblaas, oedemen, jichtknobbels, plaatselijke verhardingen
in het spierweefsel, reumaverschijnselen van de weke delen, ruimte in de gewrichten,
chronische gewrichtsontsteking, aderverkalking, chronische klierzwellingen, hoge
bloeddruk door slechte nierwerking, baarmoederpoliepen, endometriosis, pijnlijke
menstruaties, vergrootte keelamandelen, vergroeiingen van de wervelkolom, goedaardige
tumoren (lipomen, myomen, poliepen), goedaardige prostaatvergroting, vetkussens,
grauwe staar enz. Daarbij kan het oppotten van gevoelens, een gevoel van onbevredigdheid
en het niet meer durven reageren op indrukken optreden.
Fase 4. De impregnatie- of verzadigingsfase
Als giftige stoffen niet meer kunnen
worden uitgescheiden of opgeslagen, dan dringen deze de celwand binnen en beschadigen
de celstructuur. Zo ontstaan maagdarm-zweren, maagontstekingen (gastritis), colitis,
leverbeschadigingen, astmatische bronchitis, gezwollen lymfeklieren, kalkverarming
in het beendergestel (osteomalacie), chronische slijmvliesontstekingen, astma, maag-darmzweren,
zenuwontstekingen, vormen van migraine, geheugenzwakte, epilepsie, beginnende multiple
sclerose, gevorderde atherosclerose, hartspierzwakte (myocardiopathie), gebreken
aan de hartkleppen, vormen van bloedarmoede, leverfunctiestoornissen, galziekte
(cholecystopathie) schildklierstoringen, chronische ontstekingen van de eierstokken,
vergroeiing van de rugwervels (spondylopathie), reumatoïde artritis enzovoorts.
Sommige patiënten worden depressief of zeer emotioneel.
Fase 5. De degeneratiefase
De schade van de vervuiling is onherstelbaar
voor de orgaanstructuur. Ook de lever is bijzonder kwetsbaar omdat hier veel
gifstoffen passeren. Aandoeningen van deze fase zijn levercirrose, verschrompelde
nieren, open been, Multiple Sclerose, ziekte van Parkinson, verlammingen van organen,
epilepsie, doofheid, blindheid, coördinatiestoornissen, verlaagde schildklierwerking,
beroerte en apathisch gedrag.
Fase 6. De ontwrichtings of neoplasma-fase
De celkern met chromosomen raakt
beschadigd, de celdeling wordt verstoord en er kan celwoekering ontstaan. Carcinogene
stoffen grijpen zwakke plekken in weefsels aan en veroorzaken kanker. Het lijkt
er op dat dit pas mogelijk is na langere tijd van onophoudelijke en bijzonder ernstige
vergiftiging. Sommige patiënten hebben het gevoel dat ze zichzelf kwijt zijn en
dit te wijten aan iets buiten zichzelf, gevoelens van diepe haat, neiging tot zelfdestructie.
Fobieën, wanen of paranoïde gedrag kan het gevolg zijn van deze angsten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten