Voor velen zijn de boodschappen de sluitpost om de gezinsuitgaven rond te krijgen, of in ieder geval niet een uitgave waar veel waarde aan gehecht wordt. Veel voor weinig is ook wat de reclame vaak uitstraalt. Van kiloknallers tot bonusaanbieding: vaak krijgen we net iets meer voor minder geld. Een dubbeltje kun je per slot van rekening maar één keer uitgeven en ´Os ben zúnig! Geen cent teveel hoor!´ Wie de grens over gaat en in een Leclerc, Cora of DelHaize supermarkt rondloopt, begrijpt wel dat niet alleen bij onze oosterburen ´alles besser ist.´
Waar geven we nu eigenlijk ons geld aan uit? En wat is nu eigenlijk de prijs van eerlijke, gezonde en smakelijke ingrediënten? Zelf zeg ik altijd dat ik twee keer zoveel aan boodschappen uitgeef als mijn landgenoten. Het marktaandeel van biologische producten is maar 2,5 % en groeit weliswaar met 0,25% per jaar[1]. Sinds de tweede wereldoorlog zijn gezinnen steeds minder aan hun voeding uit gaan geven. In de jaren tachtig was dit nog de helft van het inkomen, in de jaren zeventig een derde en nu nog maar een achtste deel. Zelf geef ik er ongeveer een kwart aan uit.
brood, rijst en deegwaren | |||
product | supermarkt | biologisch | eenheid |
brood | € 0,89 | € 3,60 | 1 stuk |
beschuit | € 0,53 | € 0,99 | 1 rol |
roggebrood | € 9,56 | € 8,40 | 1 pak |
knäckebrod | € 1,11 | € 2,19 | 1 pak |
ontbijtkoek | € 2,79 | € 2,49 | 1 pak |
rijst | € 1,20 | € 2,00 | 1 kg |
tarwebloem | € 1,95 | € 2,39 | 1 kg |
spaghetti | € 1,26 | € 2,60 | 1 kg |
farfalle | € 1,60 | € 2,58 | 1 kg |
30% | € 20,89 | € 27,24 |
Maar is biologisch echt zo duur, of is dit maar een idee? Om de proef op de som te nemen, heb ik van een aantal het hele jaar door verkrijgbare producten de prijs in de Albert Heijn vergeleken met die in de biologische supermarkt. De conclusie:
- Ø brood, rijst en deegwaren: gemiddeld 30% duurder
- Ø fruit en groenten: gemiddeld 50% duurder
- Ø zuivel en eieren: gemiddeld 50 % duurder
- Ø sap, broodbeleg en andere levensmiddelen: 100% duurder
De producten die we in de winkel kopen komen overal vandaan. Als je biologische producten koopt is de kans groter dat deze ook in de buurt zijn gekweekt waar je woont, maar zeker is dat niet. Niet biologische producten komen echt van over de hele wereld: snijbonen uit Marokko, spitskool uit Portugal, paprika en bleekselderij uit Israël, sugar snaps en peultjes uit Guatamala, sperziebonen uit Kenia of Egypte en uit Spanje komen prei, bloemkool, andijvie, bospeen, broccoli en Chinese kool.
Het vreemde is dat sommige groenten even veel kosten, zoals aubergine, bloemkool en spinazie, terwijl andere producten twee of drie keer zo duur zijn, zoals komkommer, aardappels en prei. Bij de overige productgroepen is biologisch altijd aanmerkelijk duurder. Gemiddeld is een boodschappenmand met alle producten die ik in de prijsvergelijking heb meegenomen 60% duurder. Hierin zitten dus geen cosmetische producten, schoonmaakmiddelen en huishoudelijke artikelen. Als je deze ook biologisch koopt dan ben je is mijn ervaring wel twee keer zo veel geld kwijt.
Ergens klopt er iets niet: producten zonder bestrijdingsmiddelen, zonder verre reizen, zonder kunstmest, zonder hormonen en zonder diermedicijnen zijn duurder dan producten waar dit allemaal wèl in zit. Waarom is het goedkoper om met al die zaken toch goedkoper te produceren? Als je er van uit gaat dat de prijs van biologisch voedsel de eerlijke voedselprijs is: hoe worden dan de kosten verhaalt die niet in de prijs van industrieel voedsel zitten?
In de eerste plaats is de industriële landbouwmethode gericht op een zo groot mogelijke opbrengst, met zo min mogelijk arbeid en zo goedkoop mogelijk zaai- en pootgoed. Hierom wordt veelvuldig gebruik gemaakt van kunstmest en machines. Vanuit de industriële landbouwvisie zijn plantenziekten iets dat bestreden moet worden met landbouwgif en medicijnen. Gezondheid, milieu en dierenwelzijn spelen geen rol van betekenis in deze landbouw. Terwijl bijvoorbeeld kinderen die in de eerste twee jaar van hun leven biologische voeding krijgen, 30% minder kans op eczeem hebben. En terwijl in de omgeving van biologische bedrijven een kwart meer vogels voorkomen en drie keer zoveel vlinders. In de biologische landbouw wordt juist uitgegaan van de mogelijkheden van de natuur en het voorkomen van ziekten door gezond zaai- en pootgoed, vruchtwisseling en een evenwichtige bemesting.
In de tweede plaats heeft de industriële landbouw de grootste afzet. 95% van alle groenten en fruit zijn industrieel, 97% van de zuivel en 98% van alle vlees. Daardoor is er sprake van schaalvoordelen bij transport en distributie, verpakking, reclame enz. Vanwege het primaat van de industriële landbouw worden allerlei nevenkosten generiek verrekend. Door gebruik kunstmest en bestrijdingsmiddelen wordt bijvoorbeeld het water verontreinigd. Bij de heffing voor de kosten van waterzuivering wordt niet het principe gehanteerd van de vervuiler betaald. En dat terwijl de biologische landbouw de waterzuivering nu al € 10.000.000,- per jaar bespaard!
zuivel en eieren | |||
product | supermarkt | biologisch | eenheid |
yoghurt | € 0,95 | € 1,49 | 1 liter |
melk | € 0,75 | € 1,25 | 1 liter |
room | € 0,75 | € 2,25 | 1 beker |
kaas | € 10,00 | € 12,95 | 1 kg |
roomboter | € 1,60 | € 2,10 | 1 pakje |
eieren | € 0,78 | € 1,79 | zes stuks |
47% | € 14,83 | € 21,83 |
In de derde plaats wordt de industriële landbouw gesubsidieerd door onder meer de Europese Unie. In totaal wordt € 42.000.000.000,- aan landbouw uitgegeven. De EU reguleert de prijzen en de productie van de agrarische sector en geeft inkomenssteun aan boeren. Boeren hebben altijd een belangrijke invloed gehad op de politiek en dan met name in de waterschappen en de EU. Een deel van de subsidies wordt gebruikt om het teveel aan productie uit de markt te halen door dit te vernietigen. In totaal wordt zelfs 50% van de wereldproductie aan voedsel niet gegeten, maar weggegooid[2].
Tenslotte is het de consument die bepaalt, want als niemand industrieel voedsel koopt, dan houdt het snel op met deze landbouw. De consument wil maar weinig voor voeding uitgeven en de supermarkten concurreren daarom ook vooral op prijs. In Nederland is Albert Heijn marktleider en zijn er daarnaast een aantal prijsvechters succesvol zoals de Lidl en de Aldi. De grootste inkoper is echter de SuperUnie, die voor Bas/Dirk, Coöp, Jumbo, Plus en dergelijke inkoopt. Omdat de supermarkten tegen lage prijzen willen verkopen, gaan producenten tegen lage prijzen produceren.
Een voorlopige conclusie lijkt me dat de werkelijke kosten van industriële landbouw betaald worden uit:
- 1. ziektekosten, zoals premies;
- 2. heffingen, zoals waterzuivering;
- 3. uitgaven voor natuurherstel en compensatienatuur;
- 4. btw die wordt afgedragen aan Europa[3]
- 5. onze (klein)kinderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten