melk

Het spreekt vanzelf dat zoogdieren melk drinken, daar zijn het per slot van rekening zoogdieren voor. De mens is echter het enige zoogdier dat de melk van andere dieren drinkt. Wij zijn ook de enige zoogdieren die hun hele leven melk blijven drinken. Bij andere zoogdieren stopt dat als het kind zelfstandig voedsel kan zoeken en verteren. Mensen gebruiken vooral schapen-, geiten- en koeienmelk. Een kalf echter groeit van 40 kg bij geboorte tot 350 kg een jaar later, dus ongeveer negen keer zoveel. Een mens van rond de vier kilo tot 10 kg een jaar later, dus ongeveer tweeëneenhalf keer zo veel. 

100 ml melk	mens	koe	geit
eiwit	1,05	3,33	3,8	gram
vet	3,9	3,40	3,8	gram
koolhydraten	7,0	4,80	4,5	gram
water	85,7	90	88	gram
natrium	18,0	46,7	75	mg
kalium	52,5	154,7	285	mg
calcium	28,0	123,3	172,5	mg
magnesium	3,5	12	15	mg
fosfor	14,0	94	150	mg
chloride	42,0			mg
koper	0,025	0,01	0,04	mg
zink	0,12	0,40	0,60	mg
ijzer	0,03	0,10	0,15	mg
energie	69	64	67	kcal

In bovenstaand schema heb ik moedermelk met koeien- en geitenmelk vergeleken. Opvallend is dat in deze melk alle mineralen een veelvoud zijn van die in moedermelk. Dit zou de oorzaak zijn van allerlei gezondheidsproblemen en ziekten: 
1. atherosclerose = aderverkalking. Eigenlijk is dit een ontsteking van de aderen door vetafzetting op de wand daarvan. In het laatste stadium van deze aandoening wordt ook calcium afgezet, namelijk als middel om de ontsteking te remmen. Aderverkalking is een belangrijke doodsoorzaak in ontwikkelde landen; 
2. osteoporose = botontkalking: voor gezonde botweefsel is onder meer calcium nodig, beweging, zonlicht en vitamine D. Het botweefsel wordt steeds afgebroken en weer opgebouwd. Tot 35 jaar neemt de botmassa toe en wordt je hierdoor dus ook zwaarder. Als de voeding teveel calcium bevat in verhouding tot de hoeveelheid magnesium kan de calcium niet worden opgenomen. Dit leidt tot brosheid van de botten ,die daardoor makkelijk breken. Botontkalking wordt ook bevorderd door het eten van suiker: voor de vertering hiervan worden mineralen verbruikt; 
3. diabetes type I = suikerziekte, kan veroorzaakt worden door een ontsteking van de alvleesklier. Daar kunnen bacteriën of virussen de oorzaak van zijn, of lichaamsvreemde stoffen in de voeding. Lactose is een van die stoffen die dit veroorzaken kan; 
4. eierstokkanker: het vermoeden bestaat dat een lactose-intolerantie tot een verhoogde kans op eierstokkanker leidt. 
5. ziekte van Crohn = chronische darmontsteking die vermoedelijk veroorzaakt wordt door een in koemelk voorkomende bacterie (myobacterium aveo subspecies tuberculosis) 
6. Multiple Sclerose: deze ziekte komt veel meer voor in landen waar veel melk wordt gedronken. Er is geen recent onderzoek naar de relatie met melkconsumptie. 
Lactose oftewel melksuiker komt van nature vrijwel alleen in melk voor. In onze darmen is een enzym nodig om lactose af te breken. Dit enzym heet lactase. Baby's maken het enzym in grote hoeveelheden aan, want zij zijn afhankelijk van melk als voeding. Vanaf de geboorte tot de leeftijd van één à anderhalf jaar is de productie van lactase op zijn piek. In de jaren daarna neemt de productie geleidelijk af, tot er uiteindelijk (bij een leeftijd van drie à vijf jaar) nog maar een kleine hoeveelheid wordt geproduceerd. De meeste Europese mensen kunnen daarmee melk verteren, maar veel Aziaten en Afrikanen bijvoorbeeld niet. Tegenwoordig hebben echter steeds meer volwassenen in ons land ook lactose-intolerantie. Je wordt dan ziek van het eten van zuivelproducten.