ei - eiwit

Het bekendste eiwit is ongetwijfeld van het kippenei. 60% van het ei bestaat uit eiwit, dat weer voor 90% uit water bestaat. Als een ei langer in de koelkast of de doos ligt, verdampt er water uit het ei en wordt het dus lichter. Bij een gekookt ei merk je dit doordat de luchtkamer groter is (en er dus meer kans is op scheuren). De dooier, het eigeel, bestaat overigens uit één enkele cel (de grootste cel die we kennen) en bevat veel cholesterol dat vroeger met hart- en vaatziekten in verband werd gebracht. 
Het eten van rauwe eieren wordt als krachtvoer gezien, of als middel tegen een kater. Wel een sterk verhaal dat we toch maar naar het rijk der fabelen verwijzen: een rauw ei bevat minder stoffen die we kunnen verteren dan een gekookt ei! 
Eiwit wordt (stijf geklopt) ook gebruikt om bijv. een soufflé mee te laten rijzen. Het effect van schuimvorming bij eiwitten kennen we ook van het strand waar het eiwitten van algen in combinatie met golfslag ook tot flinke schuimkoppen kan leiden.