woensdag 23 maart 2011

Taoïsme en voeding

In de vierde eeuw voor Christus ontstond in China het Taoïsme of Daoïsme, de leer die aan de macrobiotiek ten grondslag ligt. Het Taoïsme is in tegenstelling tot andere levensbeschouwingen sterk op de stroom of gang van het leven gericht. Tao wordt meestal vertaald met het pad, maar kan ook op rivier of stroom slaan. Wu wei is de taoïstische grondhouding die staat voor loslaten of niets doen. Dat wil zeggen: je niet verzetten tegen de onoverkomelijke loop der dingen, maar er bewust in mee gaan.

Een van de bekendste boeken uit het Taoïsme is de Tao Te Ching van Lao Tzu. Het boek beschrijft op een poëtische wijze hoe je iets kunt bereiken in dit leven. Alhoewel het werk slechts uit éénentachtig verzen bestaat bevat het zoveel levenswijsheid dat het door veel mensen keer op keer wordt herlezen. Een ander bekend werk is de Tswang Tse of innerlijke geschriften waarin wordt ingegaan op de essentie van het bestaan, of de vraag ´wat is het leven?´
De Chinese geneeskunst is gebaseerd op een aantal boeken die genoemd zijn naar de toenmalige keizer. Het boek van de gele keizer of Nei Jing is een van de bekendste werken. In dit boek wordt de vijfelementensysteem of Wu Xing beschreven en wordt veel uitleg gegeven over de diagnose van ziekten met behulp van o.m. de polsslag.
Een mens is gemaakt om honderd jaar mee te gaan, is een uitgangspunt in het taoïsme. Bij de conceptie krijgen we een portie essentiële energie of qi mee die gedurende ons leven wordt verbruikt. Deze levensenergie is opgeslagen in de nieren. Daarnaast krijgen we door de combinatie van ademhaling en voeding nieuwe energie. In deze visie neemt het lichaam via onze spijsvertering voedingsstoffen en qi op. Als we gedurende een dag meer energie opnemen dan we verbruiken voegen we levenskracht toe. Die energie wordt opgeslagen in hart, longen, milt, lever en nieren.
Voeding dient dus een belangrijk doel in het taoisme, namelijk dat van een lang leven. Om de werking van energiestromen te onderzoeken worden twee begrippen gebruikt: yin (xing) en yang (yong). Yin heeft betrekking op de vorm en yang op de functie. Vorm en functie zijn vanzelfsprekend met elkaar verbonden. Een wiel is bijvoorbeeld rond omdat de functie van draaien moet vervullen. Een beeldscherm is rechthoekig omdat je er beelden van die vorm op wil zien. Enzovoorts.
In de Chinese geneeskunst wordt de spijsvertering verdeeld in:
  1. de bovenste brander: hart en longen;
  2. de middelste brander: maag en milt;
  3. de onderste brander: nieren, lever, darmen en geslachtsorganen.

De maag wordt gezien als een pot waarin het geconsumeerde voedsel wordt gekookt. De warmte die daarvoor nodig is produceert de milt die ook de omzetting van voedingstoffen en energie regelt. De maag stuurt de heldere of reine delen naar de longen en het hart. In de longen wordt qi gemaakt, in het hart bloed. De troebele of onreine elementen gaan door naar de darmen waar de laatste reine delen worden opgenomen.
Dit model heeft gevolgen voor de voeding die raadzaam is te eten. De ingrediënten en de kookstijl bepalen het effect van het voedsel op ons lichaam. Koud voedsel of koud drinken bijv. kost de milt extra energie omdat de maag er van afkoelt. Onze lichaamsprocessen werken zoals bekend het beste bij een temperatuur van 38°C. Koud of rauw voedsel vergt dus meer energie bij het verteringsproces. Zuivel, vlees, eieren, olie en vetten leveren veel voedingswaarde op en kunnen de lichaamsstromen daarom goed aanvullen. Een teveel hiervan leidt echter tot uitzetting, slijmvorming en troebelheid of verstoringen. Om dit model toe te passen hoef je niet Chinees of Aziatisch te eten, je kunt het naar elke keuken vertalen.
In de Chinese voedingsleer wordt onderscheid gemaakt naar menstype:
  1. hout-vuurtype:= normaal tot dun of pezig postuur met een sterke wil en soms agressief. Dit type zou meer vochthoudend voedsel moeten nuttigen, zoals fruit en groenten, bonen en eieren.
  2. slijm-vochttype:= zwaar postuur met een bleke huidskleur en een zwakke maag/milt. Dit type zou meer licht voedsel moeten eten, zoals gekookte groenten met zachte smaken
  3. yin-tekort:= vanaf een jaar of veertig voor iedereen en bij dunne en nerveuze mensen. Dit type zou lichte, doch voedzame maaltijden moeten eten, zoals fruit, groenten, melk, eieren en bonen/tofu.
  4. yang-tekort:= ouderen, zouden scherper, warm voedsel moeten eten, zoals vis, gevogelte, rundvlees, lam, gember en peper. En daarbij koud of rauw voedsel en fruit, koude dranken en dergelijke moeten laten staan.

Ons lichaam staat onder invloed van een biologische klok die o.m. slapen en waken regelt. Er zijn echter nog veel meer processen die vanuit de hypofyse in de kern van de hersenen worden gestuurd. De tijd waarop wij eten moet deze zogenaamde circidiaanse cyclus volgen. Daarbij is regelmaat van groot belang. Als we bijvoorbeeld van het ene naar het andere continent reizen kunnen we last krijgen van jetlag. Onderzoek wijst uit dat vasten helpt: eet pas weer op de plaats van bestemming op de tijd die in dit land gebruikelijk is.
In het taoïsme wordt daarom wel gezegd: ´Eet ´s morgens als een keizer, ´s middags als een prins en ´s avonds als een bedelaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten