pancreas of alvleesklier

De pancreas of zwezerik is een klier gelegen achter de maag aan de ene kant en de linker nier en bijnier aan de andere kant. Dit orgaan heeft een functie bij de spijsvertering: het scheidt in de twaalfvingerige darm enzymen uit die eiwitten, vetten en koolhydraten verteren. Daarnaast regelt de pancreas de bloedsuikerstofwisseling Als de pancreas ontstoken raakt, dan ontstaan er problemen met de spijsvertering (buikpijn, braken, diarree, misselijkheid) of de bloedsuikerstofwisseling. 
De cellen die de suikerspiegel regelen zijn gelegen op de zogenaamde eilandjes van Langerhans. Zij produceren insuline en glucagon en geven dat af aan het bloed. De werking van glucagon en insuline is tegengesteld: met deze twee hormonen regelt de pancreas de hoeveelheid suiker die voor de cellen beschikbaar komt. Als de bloedsuikerspiegel hoger wordt, geeft de pancreas meer insuline af. Als deze daalt produceert de pancreas meer glucagon. 
Insuline zorgt er voor dat de lichaamscellen suiker (energie) van de bloedcellen op kunnen nemen. Dat komt doordat insuline de doorlatendheid van de celwand voor glucose vergroot. Daarnaast zorgt insuline er voor dat glucose in de lever wordt omgezet in glycogeen. Als je eet wordt door de spijsvertering glucose in het bloed gebracht. De pancreas geeft dan meer insuline af waardoor de bloedsuikerspiegel daalt doordat de cellen glucose uit het bloed opnemen. Als de pancreas niet goed werkt ontstaat er een tekort aan insuline. Daardoor kunnen de cellen te weinig energie opnemen en ontstaat er een te hoge bloedsuikerspiegel. 
Glucagon zorgt er voor dat de in de lever en spiercellen opgeslagen glycogeen (die van suikers in onze voeding komt) wordt omgezet in suiker. Daardoor neemt de bloedsuikerspiegel toe. Als er te weinig glucagon wordt geproduceerd neemt de bloedsuikerspiegel af. Een snelle hartslag, trillen, transpireren en een slap gevoel zijn het gevolg. Deze toestand wordt hypoglykemie genoemd.