zaterdag 11 januari 2014

De sluipmoordenaar

Dag in dag uit voeden we ons lichaam met voedsel via het spijsverteringskanaal, met zuurstof via de longen en zonlicht via de huid. Via deze organen krijgen we naast energie en bouwstoffen ook gifstoffen binnen. Deze verontreinigen het lichaamsvocht: bloed, lymfe en kliersappen. Voeding, genotmiddelen, medicijnen, cosmetica, schoonmaakmiddelen en luchtvervuiling bevatten vaak stoffen die niet in het milieu van onze grootouders voorkwamen. Daarnaast kunnen door verkeerd eten ontstekingen en schadelijke stoffen in onze darmen ontstaan.

Als er we teveel van dergelijke stoffen binnen krijgen, dan kunnen de reinigings- en uitscheidingsorganen als respectievelijk lever en lymfe en darmen, longen, huid en nieren het niet meer aan. Lichamelijke klachten zoals pijn, koorts, uitslag, misselijkheid enzovoorts zijn een signaal dat het lichaam de vervuiling niet meer aan kan. Als het via de noodkanaal als zweten, overgeven en diarree niet lukt de stoffen kwijt te raken, dan slaat het lichaam de gifstoffen op in het bindweefsel. Als dit lang aanhoudt, ontstaan ernstiger klachten die moeilijker zijn terug te draaien.

Volgens de Duitse arts Dr. Reckeweg zijn ziekten een uiting van de strijd van de afweersystemen tegen de vergiftigde stoffen en slakken die zich opstapelen in ons lichaam. De oorzaak van ziekte is zelfvergiftiging. Hij ziet uitscheidings- en ontstekingsaandoeningen daarom als nuttige processen die toxines onschadelijk maken en uitscheiden. De mens bestaat voor het tweederde uit water; elke cel in ons lichaam wordt omgeven door vocht. De cellen in ons lichaam worden gevoed vanuit deze vloeistof en geven hun afvalstoffen weer af aan deze vloeistof. Als het lichaamsvocht gif of afvalstoffen bevat, dan kunnen voedingsstoffen de cel niet meer goed in en afvalstoffen de cel niet goed meer uit.

Zelfvergiftiging vanuit de darm is de meest voorkomende aanleiding voor het ontstaan van ziekte. Reiniging van de darm en gezonde voeding zijn daarom belangrijk. Tijdens het genezingsproces kunnen de klachten tijdelijk verergeren. Dat komt doordat de in het weefsel gedeponeerde gifstoffen vrijkomen. Dit veroorzaakt een tijdelijke verheviging van de symptomen. Ook ziekten die vroeger onderdrukt zijn met antibiotica, hormoonzalf en dergelijke kunnen weer terugkomen. Deze middelen onderdrukken het op genezingsproces waarbij de ziekte dieper weggedrukt blijft bestaan. Als door therapie de levenskracht weer sterker wordt ontstaat een nieuwe kans om beter te worden.

Dr. Reckeweg onderscheidt zes zelfvergiftigingsfasen. Bij de eerste drie (humorale of acute) ziektefasen zijn bloed en lichaamsvocht verontreinigd. Het is dan belangrijk om de uitscheiding te stimuleren. Dit kan door:
  1. minder te eten;
  2. over te stappen op een voeding met zo min mogelijk giftige stoffen: biologisch-dynamisch;
  3. de natuur op te zoeken;
  4. voor de darmflora gezonde voedingsmiddelen te gebruiken, zoals yoghurt, kefir, kombucha;
  5. de uitscheidings- en reinigingsorganen te stimuleren en ondersteunen. Dit kan met kruiden, planten en voedingsmiddelen, vasten, ontgiften (zie Shank Prakshalana), massages, beweging zoals yoga en ademhalingsoefeningen.

Fase 1. De excretie- of uitscheidingsfase
Een gezond lichaam ontdoet zich van gifstoffen via de ontlasting, zweten en ademhaling. ’s Nachts vindt de meeste reiniging plaats, als je ’s ochtends moe wakker, gebrek aan eetlust hebt, lichtgeraakt bent of snel geïrriteerd wijst dat op zelfvergiftiging. Stinkende adem of ontlasting, een onfrisse lichaamsgeur, donkere en stinkende urine of puistjes duiden op virussen en bacteriën in het lichaam. Bij verkoudheid of griep gaat de uitscheiding met braken, diaree, niezen, hoesten, koortsig zweten, slijmvorming enzovoorts.

Fase 2. De reactie- of ontstekingsfase
Lukt het niet om de afvalstoffen te verwijderen, dan probeert het lichaam dit met eczeem of huiduitslag of met lokale ontstekingen zoals neusverkoudheid, longontsteking of blaasontsteking. Deze bacteriële en virale ontstekingen ontstaan op zwakke plekken waar de meeste afvalstoffen liggen opgeslagen. Met etter, slijm, afscheidingen, abcessen, bindweefselontstekingen enzovoorts gaan de gifstoffen naar buiten.
Lukt dit onvoldoende dan ontstaat er een acute ziekte zoals griep. Daarbij komen de in het weefsel opgeslagen afvalstoffen in het bloed, waardoor moeheid, hoofdpijn, spierpijn en sufheid ontstaan. Koorts komt door de verwijding van de bloedvaten, wat nodig is voor de grote stromen witte bloedlichaampjes en antistoffen die de vervuiling op moeten ruimen. Koorts moet daarom niet bestreden worden, maar ondersteund.
Het immuunsysteem reageert vervolgens door er grote hoeveelheden witte bloedlichaampjes heen te sturen, de bloedvaten te verwijden en antistoffen aan te maken. De hiermee gepaard gaande temperatuurverhoging of koorts, heeft tot doel de verbranding in de cel te verhogen waardoor afvalstoffen sneller worden omgezet. Koorts is dus een uiting van grote vitale kracht die niet onderdrukt, maar ondersteund moet worden. Gebeurt dat toch dan ontstaat de volgende fase met woedeaanvallen, huilbuien en conflicten opzoeken.

Fase 3. De neerslag- of verslakkingsfase
Is het lichaam niet meer in staat de vervuiling uit te scheiden dan worden (om de vitale organen als hersenen te beschermen) vet- en bindweefsels en onderhuidse celweefsels als opslag gebruikt. Vochtophoping, stijve spieren en gewrichten wijzen erop dat dit het geval is. Vanuit het bloed passeren alle stoffen die van en naar de orgaancellen gaan het bindweefsel. Dit kan op een bepaald moment ernstig belemmerd worden en dan kunnen ook andere weefsels verslakken. Bijvoorbeeld de (slag)aderwanden, gewrichten, wervels, de hartspier, de zenuwen en de zintuigen.
In de neerslagfase ontstaan poliepen in endeldarm, neus, strottenhoofd en keel, zweren aan de maag of darmen, beginnende astma, levervlekken en andere huidverontreinigingen, steenvorming in de nieren, gal en galblaas, oedemen, jichtknobbels, plaatselijke verhardingen in het spierweefsel, reumaverschijnselen van de weke delen, ruimte in de gewrichten, chronische gewrichtsontsteking, aderverkalking, chronische klierzwellingen, hoge bloeddruk door slechte nierwerking, baarmoederpoliepen, endometriosis, pijnlijke menstruaties, vergrootte keelamandelen, vergroeiingen van de wervelkolom, goedaardige tumoren (lipomen, myomen, poliepen), goedaardige prostaatvergroting, vetkussens, grauwe staar enz. Daarbij kan het oppotten van gevoelens, een gevoel van onbevredigdheid en het niet meer durven reageren op indrukken optreden.

Fase 4. De impregnatie- of verzadigingsfase
Als giftige stoffen niet meer kunnen worden uitgescheiden of opgeslagen, dan dringen deze de celwand binnen en beschadigen de celstructuur. Zo ontstaan maagdarm-zweren, maagontstekingen (gastritis), colitis, leverbeschadigingen, astmatische bronchitis, gezwollen lymfeklieren, kalkverarming in het beendergestel (osteomalacie), chronische slijmvliesontstekingen, astma, maag-darmzweren, zenuwontstekingen, vormen van migraine, geheugenzwakte, epilepsie, beginnende multiple sclerose, gevorderde atherosclerose, hartspierzwakte (myocardiopathie), gebreken aan de hartkleppen, vormen van bloedarmoede, leverfunctiestoornissen, galziekte (cholecystopathie) schildklierstoringen, chronische ontstekingen van de eierstokken, vergroeiing van de rugwervels (spondylopathie), reumatoïde artritis enzovoorts. Sommige patiënten worden depressief of zeer emotioneel.

Fase 5. De degeneratiefase
De schade van de vervuiling is onherstelbaar voor de orgaanstructuur. Ook de lever is bijzonder kwetsbaar omdat hier veel gifstoffen passeren. Aandoeningen van deze fase zijn levercirrose, verschrompelde nieren, open been, Multiple Sclerose, ziekte van Parkinson, verlammingen van organen, epilepsie, doofheid, blindheid, coördinatiestoornissen, verlaagde schildklierwerking, beroerte en apathisch gedrag.

Fase 6. De ontwrichtings of neoplasma-fase

De celkern met chromosomen raakt beschadigd, de celdeling wordt verstoord en er kan celwoekering ontstaan. Carcinogene stoffen grijpen zwakke plekken in weefsels aan en veroorzaken kanker. Het lijkt er op dat dit pas mogelijk is na langere tijd van onophoudelijke en bijzonder ernstige vergiftiging. Sommige patiënten hebben het gevoel dat ze zichzelf kwijt zijn en dit te wijten aan iets buiten zichzelf, gevoelens van diepe haat, neiging tot zelfdestructie. Fobieën, wanen of paranoïde gedrag kan het gevolg zijn van deze angsten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten