Gougère

De klok is weer een uur terug naar normale tijd, de eerste nachtvorst zit in de lucht en het blad aan de bomen   is prachtig gekleurd en wordt steeds dunner. Normaliter ben ik niet zo´n fan van de (vette, vlezige, doorgekookte) Franse keuken, maar Gougère is wel erg lekker. Gougère is een soort reuzensoes die je halverwege het bakproces vult met bijv. groenten. Hieronder is een hele grote te zien, maar je kunt natuurlijk ook éénpersoons porties maken.

Bereiding

1. Maak om te beginnen een soezendeeg van 150 g bloem, 300 ml water, 125 g boter en vier eieren.

• Dit doe je door het water in een pannetje te doen daar de boter in te smelten.
• Als de boter gesmolten is, neem je de pan van het vuur en gooit er in één keer de bloem door.
• Roer het mengsel glad en voeg dan één voor één een ei toe. Voor meer smaak voeg je 150 g gemalen kaas en twee theelepels mosterd toe.

Je hebt nu een plakkerig, glimmend deeg dat er ongeveer zó uitziet:

• Doe dit over in een ingevette schaal die je in een voorverwarmde oven (200 °C) zet. Duw het deeg naar de randen, zodat in het midden een kuil ontstaat. Deze wordt bij het bakken vanzelf groter.

1. Maak nu de groentenvulling, bijvoorbeeld: snijd een ui in reepjes en smoor deze een paar minuten in wat olijfolie. 
2. Voeg dan een theelepel kurkuma en een theelepel karwei, een half bakje gehalveerde champignons en een halve fijn gesneden groene kool toe. 
3. Bak de groenten nog eens vijf minuten en voeg dan 300 ml tomatenpassata toe (of een blik pomodori, of gesneden tomaten), wat peper en zout en twee theelepels tijm. 
4. Laat alles nog eens vijf minuten garen.

1. Haal nu de soufflé uit de oven. Je zult zien dat deze inmiddels flink in omvang is toegenomen.
2. Doe de vulling in het midden van de Gougère en druk de randen daarbij omhoog.
3. Bak tenslotte het gerecht nog een half uur tot driekwartier in de oven tot het er lekker bruin uitziet.

Bon appetit!